Digitale themavraag – Wat voor contact is er mogelijk met je ouder(s) en hoe pakt dat uit voor jou?

Kind van Auti

Dit was het thema van maart 2023
Hieronder de reacties op dit thema.

Reactie 1

Op mijn elfde werd ik mij ervan bewust dat ik geen emotionele band voel met mijn moeder. Toen wist ik nog niet dat zij autistisch is, want dat is pas een paar jaar geleden vastgesteld toen zij zelf 60 jaar oud was. Mijn elfde levensjaar was traumatisch voor mij. Mijn broertje van acht jaar overleed plotseling door verdrinkingsdood en de ruzies tussen mijn ouders liepen daarna nog hoger op dan voorheen. Tussen mijn ouders was al jarenlang wederzijds onbegrip. Mijn moeder wilde na de dood van mijn broertje gewoon een nieuw kind maken en mijn vader wilde rouwen. Omdat ze hier samen niet uitkwamen,  gingen zij na jaren van ruzie en vechtpartijen scheiden. Mijn moeder ging weer terug naar het dorp waar we als gezin 10 jaar hadden gewoond en waar ik was opgegroeid.

In die tijd was het nog normaal dat de kinderen naar de moeder gingen. Maar ik wilde dat niet. Bij mijn moeder kon ik niet zijn wie ik ben; emoties zijn voor haar alleen maar lastig en daar kan ik dus niet met haar over praten. Omdat ik bijna twaalf was mocht ik een brief naar de rechter schrijven, waarin stond dat ik bij mijn vader wilde blijven wonen. Zodoende ging mijn peuterbroertje wel bij mijn moeder wonen, maar bleef ik bij mijn vader. Wel moest ik om de twee weken een weekend naar mijn moeder. Het was een eenzame tijd. Het verdriet over het verlies van mijn overleden broertje en ook het verlies van mijn moeder en jongste broertje uit het gezin moest ik grotendeels alleen dragen. Mijn vader raakte aan de drank en zei dat ik sterker was dan hij. Schijnbaar was het goed om sterk te zijn dus was ik dat. Hij steunde op mij, terwijl het eigenlijk andersom hoorde te zijn. Ik richtte mij vooral op school en op vriendinnen. In de familie had ik wel steun aan mijn oma, die heel lief was voor mij, maar helaas ver weg woonde. Ik kon daar niet zelfstandig heen.

In mijn tienertijd ging ik eerst braaf naar mijn moeder voor de tweewekelijkse weekenden. Voor mij was dat vooral uitzitten en spelen met mijn jongste broertje. Het was leuk om hem dan weer te zien. Binnen een jaar woonde hij gelukkig ook weer bij mijn vader en mij. Mijn moeder verwaarloosde hem namelijk en haalde de ene na de andere man in huis, waardoor onveilige situaties bestonden. Dat zag maatschappelijk werk gelukkig wel in en toen werd hij bij mijn vader en mij geplaatst. Vanaf mijn twaalfde mocht ik zelf kiezen of ik naar haar toe ging en vanaf die tijd ging mijn broertje vaak alleen naar mijn moeder. Ik had emotioneel al lang afscheid van haar genomen. Mijn moeder was vooral met zichzelf bezig en hoe zij weer een nieuw gezin kon vormen. Want een vrouw hoort immers een gezin te hebben om voor te zorgen. Nu dat gezin haar was afgepakt, was zij naarstig op zoek naar een nieuw gezin. Pas veel later kreeg ik door hoe pijnlijk het voor een meisje moet zijn, als je moeder je zo in de steek laat.

Uiteindelijk kreeg zij die vaste man en ook twee nieuwe kinderen. De geschiedenis herhaalde zich in dat gezin. In die tijd ging ik wel wat vaker op bezoek, omdat het wel gezellig was met mijn nieuwe halfbroertje en -zusje en die nieuwe man. Hij was een heel zachtaardig type en vond alles wel goed. Hij maakte het gezellig met muziek en bakte tosti’s voor ons. Helaas is ook in dat gezin de bom gebarsten omdat mijn moeder haar kinderen niet goed kon begeleiden. Zij werd toen gedwongen opgenomen in een psychiatrische instelling. Sindsdien heeft zij in verschillende woonvormen gezeten, die steeds niet pasten omdat zij anderen lastig valt en dat zelf niet door heeft. Zij wil bijvoorbeeld graag dagelijks bij de buren op de koffie, maar die zitten daar niet op te wachten. Zij kon op haar beurt weer heel achterdochtig worden over wat die buren wel niet over haar dachten. Ook wilde zij steeds weer bij haar eigen gezin gaan wonen. Zij ziet niet in waarom haar relaties waren mislukt. Inzicht in haar eigen onkunde is het grootste probleem van mijn moeder.

Op de leeftijd van twintiger bezocht ik mijn moeder ongeveer eens per jaar. Maar iedere keer als ik daar was geweest dan had ik daar nog twee weken emotionele pijn van. Het zien van mijn moeder en de oppervlakkige gesprekjes staken als een dolk in mijn hart. Hoe kun je zo oppervlakkig zijn terwijl je zoveel samen hebt meegemaakt? Ik heb toen bewust afstand genomen en mij gericht op de relatie met mijn nieuwe vriend (mijn toekomstige man) en mijn vriendinnen.

Pas later, op de leeftijd van dertiger, ben ik met een coach (Past Reality Integration – PRI) gaan werken aan het doolhof van mijn emoties. Het is mij toen duidelijk geworden waarom ik die intense pijn voelde bij het zien van mijn moeder. De oude pijn van het verlies van mijn broertje en het gebroken gezin werd dan keihard geraakt. Ik ben dat gaan verwerken samen met deze coach. Ook heb ik gesprekken gevoerd met mijn oude buurvrouw, die de ellende tussen mijn ouders van dichtbij heeft meegemaakt. Mijn man steunt mij hierin onvoorwaardelijk en heeft altijd een luisterend oor. Zijn begrip voor het doolhof van mijn emoties lijkt wel oneindig. De liefde voor mijn man en later voor mijn kinderen hebben veel in mij geheeld. Alsof ik inhaalde wat ik zelf in mijn kindertijd was tekortgekomen. Ik genoot intens van mijn kleine kinderen en las bijvoorbeeld alle klassieke kinderboeken met hen. Wat had ik dat ook graag gedaan met mijn eigen moeder, maar helaas zat dat er niet in. Zij wilde het liefst dat wij onszelf vermaakten.

In ieder geval heeft het oplossen van dit jeugdtrauma mij geholpen om mijn moeder wel weer onder ogen te kunnen komen. Nu, op de leeftijd van veertiger, ervaar ik vooral medelijden met mijn moeder, omdat zij zo vastzit in haar eigen denkbeelden en haar gebrek aan zelfinzicht. Ik begrijp dat zij altijd voor ons had willen zorgen, maar dat dat haar niet lukte door haar beperkingen. Uit medelijden bezoek ik haar ongeveer twee keer per jaar en ben ik ook het aanspreekpunt voor voor de zorginstelling waar ze woont. Ik doe dit voor haar en niet voor mijzelf. Ik kan prima zonder mijn moeder, maar uit medelijden wil ik iets terug doen voor haar zorg voor mij als kind. Ze heeft het altijd goed bedoeld.

Ook wil ik mijn kinderen meegeven dat het niet vanzelfsprekend is om een normale moeder te hebben. Ik laat hen zien dat het ook anders kan en geef ze uitleg over autisme en het gedrag van mijn moeder. Inmiddels zijn het tieners en zijn ze ook groot genoeg om het te begrijpen.