Digitale themavraag – Hoe staat het met jouw behoefte om alleen te zijn?

Kind van Auti

Deze vraag stelden we in maart 2021 via de nieuwsbrief.
Hieronder twee reacties op deze vraag.

Reactie 1

Ik heb als kind niet geleerd om uit te komen voor wat er door me heen gaat. Integendeel. Mijn reacties moesten voldoen aan wat mijn ouders (beide autistisch) van mij verwachtten.

Daar ondervind ik nog steeds de gevolgen van, al wordt het wel minder. Ik vind het bv best moeilijk om primair te reageren als ik merk dat er een andere reactie van me wordt verwacht. Ik heb dan de neiging om me op de vlakte te houden en pas te reageren als ik er in alle rust over na heb kunnen denken. Maar dat vraagt wel zijn tol: ik loop zo telkens een soort “achterstallig onderhoud” op van dingen waarvan ik nog moet bepalen wat ik er mee doe.

Ook ben ik heel goed geworden in intunen op de ander. Maar daarbij in contact blijven met mezelf kan ik helaas veel minder goed. Zo raak ik mezelf dus heel vaak kwijt. Om het contact met mezelf weer te herstellen moet ik dan alleen zijn. Ik raak er steeds meer bedreven in en ga dan mediteren en/of yoga doen.

Dat ik zo vaak mensen met autisme lijk aan te trekken komt waarschijnlijk doordat ik me vooral richt op de ander en weinig aandacht vraag voor wat ik zelf voel. Ik ben inmiddels tot de conclusie gekomen dat contact met iemand met autisme voor mij niet goed is. Het is voor mij (nog) te moeilijk om dan trouw te blijven aan mezelf.

Kortom: mijn behoefte om alleen te zijn is best groot. Ik heb elke dag wel een paar uur nodig wil ik goed in mijn vel blijven zitten. En dat is lastig. Het is niet uit te leggen.

Reactie 2

Bij mij is de behoefte om regelmatig alleen te zijn best groot.

Nu woon ik ook alleen dus dat is geen probleem, maar in een relatie of ook op mijn werk was het soms wel een punt van aandacht.

Het is niet zo dat ik geen behoefte heb aan contact, maar er blijft toch altijd een spanning bestaan, ik ben teveel gespitst op wat een ander van mij wil en dus nooit helemaal op mijn gemak bij mensen.

En op een gegeven moment is mijn energie dan op, en moet ik me afzonderen om weer op te laden.

Het is ook een soort vicieuze cirkel, ik vind het moeilijk om een grens aan te geven, omdat dat in mijn jeugd niet toegestaan was, want dat kon heel verkeerd uitpakken. Mijn moeder was erg onberekenbaar, of dat is ze nog.

Op een of andere manier ben ik dus aantrekkelijk voor autisten, want waar een ander al snel afhaakt, blijf ik geduldig luisteren. Het is iets wat ik niet wil, maar desondanks blijkt het te sterk aanwezig.